Ruzie met je lief. Een gewone opmerking en je ontploft. Het is stom en je weet het. Maar je kan er niks aan doen. Het is alsof je er geen controle over hebt. Telkens je een opmerking krijgt – goed bedoeld – schiet je in verdediging. Je wil je gelijk halen. Je wil jouw manier tonen.
Ik ben een sloddervos eerste klas. Ik moet mijn spullen overal leggen in het zicht. Dingen die ik in de kast stop, vergeet ik dat ik ze heb.
Niet gemakkelijk om mee samen te leven voor mijn man. Hij is nogal prikkelgevoelig. En te veel rommel maakt hem nerveus. Dus af en toe komt er wel eens de opmerking ‘dat ik toch wat meer moet opruimen’.
Hij is zich al bewust van de gevoeligheid en praat al over ‘wij moeten eens wat meer opruimen’ 🙂 de schat!
Maar toch. Telkens hij die opmerking maakt of de suggestie doet, schiet ik in de verdediging. Ongewild. Onbedoeld. Ik heb al geleerd om hem te antwoorden met de zin waar menig relatietherapeut jaloers op is: ‘Je weet toch dat je een gevoelige snaar raakt wanneer je zoiets zegt. Ik voel mij gekwetst als je dat zo zegt.’
Bij een klassieke relatietherapeut zou je dat dus zo leren zeggen. Maar daarmee is er weinig opgelost. Want ik kan dan wel mooi zeggen hoe ik mij voel. Maar daar los ik het probleem niet op. Volgende keer reageer ik weer net hetzelfde.
Gelukkig hebben we een conscious relationship. Een wat?
Ja. We hebben een relatie waarbij we onze relatie vooral zien als een labo, een speeltuin, een spiegel. Onze partner toont onze zwakke plekke waaraan we nog kunnen werken.
Ik moet dus nog wat werken aan mijn innerlijke kind. Niet aan mijn wanorde. Want dat ben ik. En ik ben daarin anders dan hij, So be it.
Nee, ik moet werken aan mijn blauwe plekken. Wanneer mijn man mij een duw geeft en ik zeg ‘Au!’ wil dat zeggen dat het daar nog zeer doet. Een blauwe plek. En mijn wanorde is er zo één.
Als hij mij attent maakt op mijn wanorde, wordt ik weer kleine Leen. Kleine Leen die door haar ouders wordt gewezen op haar wanorde en zich afgewezen voelt en imperfect. En slecht ook. Want wanordelijke mensen zijn slecht, toch. Ordelijk zijn is veel beter. (Enfin dat is wat mij vroeger is wijsgemaakt. Dankzij therapie, weet ik beter)
Een duurzame behandeling van mijn kwetsbaarheden en blauwe plekken zorgt dat die kleine Leen niet meer verschijnt de volgende keer dat ik een opmerking krijg over mijn (wan)orde. En mijn relatie zal mij tonen dat ik genezen ben.
In een klassieke relatie-therapie gaat men investeren in communicatie. In skills om samen door 1 deur te kunnen. In mijn relatietherapie ga ik met de mensen op zoek naar waar die problemen vandaan komen. Zelden zijn ze ontstaan in hun huidige relatie. Meestal al veel eerder. In hun kindertijd bijvoorbeeld.
En wanneer je zo gaat kijken naar alle relatieproblemen is er veel werk aan de winkel. Dat wel. Maar het werk is duurzaam.
Wat zijn jouw blauwe plekken, *|FNAME|*?
En wat wil je er aan doen?
Vurige groet,
Leen