Het is juli 2020. We bevechten momenteel een virus dat de wereld in een pandemie houdt en in België wordt dezer dagen de nieuwe abortuswet gestemd. De wereld draait altijd door. Altijd.
Onze maatschappij heeft allereerst een debat nodig over de betekenis van leven en dood vooraleer we – nogmaals – de abortuswetgeving gaan versoepelen. Als ik volksvertegenwoordiger was , zou ik deze wet niet goedkeuren. Maar ik heb geen politiek mandaat en ik wil mij ver van partij-politiek houden.
Er valt mij echter iets anders op in het debat
Abortus wordt de laatste tijd meer en meer geclaimd als een vrouwenzaak. Deze week nog las ik een discussie en was het voor een aantal vrouwen heel duidelijk: Dit is een vrouwenzaak. Mannen hebben hier eigenlijk niks over te zeggen. Deze wet gaan tegengehouden/goedgekeurd worden door mannen. Terwijl het – finaal – om het beslissingsrecht van de vrouw gaat.
Het is inderdaad wraakroepend dat overal ter wereld abortuswetgeving wordt terug gedraaid door mannen. Dat wekt de indruk dat mannen – witte van middelbare leeftijd – beslissen over het lot van vrouwen.
Maar dit zegt eerder iets over de veranderingen in onze maatschappij dan over die individuele mannen.
We worden weer wat conservatiever
Onmiskenbaar kleurt het politieke veld dezer dagen weer conservatiever. Dat is een normale slingerbeweging na een progressieve periode.
Tijdens de progressieve periode zijn heel wat progressieve en liberale wetten gestemd: euthanasie, abortus, homohuwelijk.
Wanneer je open minded bent, stadsmens, hoogopgeleid, … dan kan je die nieuwe evoluties gemakkelijk begrijpen. Je hebt immers geleerd om boven je eigen behoeften en gedachten uit te stijgen.
Ik ben zelf niet homoseksueel. Dus of iemand trouwt met iemand van hetzelfde geslacht, kan mij eigenlijk geen bal schelen. Vrijheid – blijheid, zou ik zeggen.
De overheid is lang in handen geweest van mensen die open minded konden denken: Ook als je zelf geen abortus nodig hebt, wil je je medemens die dit wel nodig heeft dit niet ontzeggen.
In dit soort denken is the sky natuurlijk the limit. Iedereen mag doen wat hij/zij wil in ethische kwesties, we arrangeren een veilig wettelijk kader en hopla. Iedereen maakt zijn eigen ethische afweging en handelt daarnaar.
MAAR een aantal mensen heeft het moeilijk met die ethische afweging. Wat de overheid beslist is voor hen wet en ze volgen die gewoon. Voor heel wat mensen stoot de mogelijkheid van abortus, homohuwelijk, euthanasie tegen de borst. De overheid legt hen echter een hogere moraliteit op. Ze worden verplicht (of voelen zich verplicht) om de overheid te volgen.
De abortuswet verplicht uiteraard niemand tot abortus. De euthanasiewet verplicht niemand tot euthanasie. Maar omdat deze wetten vanuit de overheid komen, voelt het als ‘iets dat we moeten doen’
De mensen die echter tegenstander zijn van abortus, euthanasie, homohuwelijk voelen zich niet gehoord. Zeker wanneer dan ook nog eens snel op elkaar volgende wetswijzigingen de wetten alleen maar liberaler maakt.
Het gaat zelfs zo ver dat – in het huidig wetsvoorstel – abortus niet mag afgeraden worden of er geen alternatieven mogen besproken worden, zelfs niet pro forma. Verenigingen die anti-abortus kunnen zelfs hiervoor bestraft worden.
Onderbuikgevoel
Als je een groot deel van de bevolking niet hoort en niet betrekt in de je besluitvorming, zelfs uitsluit. Dan barst vroeg of laat de etterbuil open. De eerste politieker die zich uitspreek tegen abortus, krijgt alle conservatieven achter zich;
Na een progressieve periode voelen heel wat mensen zich eindelijk gehoord en stemmen conservatiever;
Dat is de wet van uitersten die altijd speelt in de politiek. En in de maatschappij.
En daarom is het zo belangrijk om een vrouwenzaak als abortus niet uitsluitend door vrouwen of uitsluitend door mannen te laten beslissen. Meer nog: de mannen uitsluiten van deze kwestie zou ervoor zorgen dat we hun betrokkenheid aan de kant zetten.
Heel wat vrouwen argumenteren dat het voor mannen maar al te gemakkelijk is dat vrouwen een abortus kunnen laten uitvoeren. Zo hoeven zij hun verantwoordelijkheid niet te nemen.
Mijn antwoord daarop is hen juist te betrekken in het beslissingsproces. Hen deel te maken van de procedure, hen mee te nemen wat het emotioneel betekent.
Wanneer je mannen uitsluit in abortuskwesties dan doen we wat wij vrouwen op heel wat gebieden in het leven doen: ik los het wel gauw even op want als ik op u moet wachten.
Dat is de houding de heel veel vrouwen aannemen tegenover heel veel problemen (huishouden, financiën, …) en daarmee houden ze mannen in hun comfortzone.
Dus ja, voor mij moet een abortuswet door mannen én vrouwen gestemd worden. Liefst de helft mannen en de helft vrouwen maar daarvoor moeten we nog wat evolueren in het parlement en in ons kiesgedrag; Als alle vrouwen op vrouwen zouden stemmen, zouden er veel meer vrouwen in het parlement zitten.
Abortus is geen vrouwen-of mannen-kwestie: het is een maatschappij-kwestie. Hoe creëren we voor vrouwen een veilige omgeving om in veilige omstandigheden zwangerschappen af te breken. Want zolang er seks is, zullen vrouwen zwanger worden. En zolang we zwanger worden zullen er ongewenste zwangerschappen en abortussen zijn. Het gaat niet over of abortus wordt toegestaan. Het gaat over hoe we veiligheid garanderen voor vrouwen in deze omstandigheden.
De wet biedt daarbij een kader. Maar de vrouw – in samenspraak met haar arts – heeft de finale beslissing.